Syntra maakt Vlaamse KMO's brexitproof
Door overbodige kosten te vermijden, bent u in staat om de gevolgen van Brexit op het bedrijfsresultaat te beperken
Zaken doen met het VK verloopt sinds 1 januari 2021 op basis van een ambitieus handelsakkoord. De gevolgen van een harde brexit zijn daarmee afgewend, maar ondanks dit akkoord is handel drijven met het VK moeilijker en kostelijker geworden. Veel KMO’s zijn zich hiervan nog niet ten volle bewust. Vooral West-Vlaanderen – een van de grootste uitvoerders naar het VK - is flink getroffen. Syntra West, specialist in praktijkgerichte opleidingen voor ondernemende mensen, wil deze Vlaamse KMO’s helpen om de impact van Brexit te beperken. Het opleidingsnetwerk wordt daarin gesteund door het Vlaams Agentschap voor Innovatie en Ontwikkeling (VLAIO).
Ondernemers die handel drijven met het VK, ook als ze beroep doen op een douane-expediteur, douaneagent of vervoerder, tasten nog vaak in het duister over de stappen die ze moeten ondernemen om hun goederen vlot van of naar van het VK te krijgen. Vragen die vaak terugkomen zijn:
- “Wat heb ik nodig om goederen te importeren of te exporteren van en naar het VK?
- “Hoe kan ik weten dat mijn goederen onder nulrecht vallen bij invoer in het VK?”
- “Hoe kan ik zorgen dat ik elektronisch berichten kan uitwisselen met Douane?”, ….
Een goede kennis van zaken is nochtans van essentieel belang om de impact van Brexit te beperken.
Via verschillende opleidingen bij Syntra West kunnen kleine en middelgrote bedrijven die een groot deel van hun omzet uit handel met het VK halen, hun KMO Bexitproof maken. Ze krijgen een antwoord op douanegerelateerde vragen en tips over welke stappen ze moeten doorlopen en hoe ze kosten kunnen besparen en wachttijden aan de grens kunnen vermijden.
Zo moeten opnieuw invoerrechten worden betaald, tenzij aangetoond kan worden dat goederen aan de in het akkoord vastgelegde oorsprongsregels voldoen. Exporteert een ondernemer bijvoorbeeld citroensap, dan bedraagt het invoerrecht in het VK normaal gesproken 14%. Om hiervan vrijgesteld te worden moet hij aantonen hoeveel niet-Unie goederen in het eindproduct zijn verwerkt, dat er minstens een toereikende verwerking in Europa heeft plaatsgehad en dat deze toereikende verwerking geleid heeft tot een tariefsprong. In sommige gevallen moet ook aangetoond worden dat de verwerkte niet-Uniegoederen een bepaald waardepercentage (bijvoorbeeld 40%) ten opzichte van de prijs ex works niet overschrijdt. De moeite waard om zich in het thema ‘preferentiële oorsprong’ te verdiepen’.
Ook de administratieve lasten nemen toe. Bedrijven moeten opnieuw uit- en invoeraangiftes invullen. Uit- en ingevoerde goederen moeten vergezeld zijn van certificaten die aantonen dat ze beantwoorden aan de Europese/Engelse normen. En om het nog gemakkelijker te maken, gelden de certificaten die het VK gaat invoeren niet altijd in de EU en omgekeerd.
De douane is terug van weggeweest. Was er voor Brexit geen douaneproces in relatie met het VK, dan moet men nu rekening houden met vertragingen en controles als gevolg van een ingewikkeld douaneproces, inclusief vooraanmelding voordat de goederen vertrekken. Als het voedingsmiddelen betreft, zijn er ook nog de bijkomende certificaten en controles inzake voedselveiligheid. Handelaars moeten er rekening mee houden dat goederen niet altijd meer ‘just in time’ zullen aankomen.
KMO’s die de wirwar aan nieuwe regels en procedures goed in kaart brengen en toepassen, kunnen zich verzekeren van een vlotte goederenstroom en correcte dienstverlening aan hun klanten. Door overbodige kosten te vermijden, zijn ze bovendien in staat om de gevolgen van Brexit op hun bedrijfsresultaat te beperken.