Smid Filip Ponseele vertelt
Smeden, smeden en smeden, daar leer je het mee
Ambacht is voor Filip Ponseele het ultieme verlengstuk van wat de mens allemaal kan. Hij ziet industrialisatie als een breuklijn. “Het heeft veel goeds veroorzaakt maar ook veel originaliteit en authenticiteit kapotgemaakt”, zegt hij. Zijn leven straalt die authenticiteit compromisloos uit : zijn houten huis, zijn nokvol atelier, de landelijke omgeving op de grens van Oost- en West- Vlaanderen tot de Ford T waarmee hij honkend het groene erf opdraait. “Ik was voorbestemd om boer te worden,” zegt Filip, “maar het is smid geworden, helemaal kunstsmid.” Een meester doordrongen van de traditionele technieken.
Geen boer, liever smid
Antiek is het kader waarin de jonge Ponseele opgroeit. Als zijn vader hem meeneemt naar een tentoonstelling met smeedwerk in Brugge slaat de vonk op de dertienjarige Filip over. Geen landbouwschool en liever geen technisch onderwijs. Hij gaat naar de hoefsmidschool en volgt avondonderwijs kunstsmeden in de Academie van Anderlecht. Leraren als Jozef de Schutter en Herman d’Haese stimuleren, elk op hun uitgesproken manier, zijn talenten. Het zal hem een nuchtere kijk op het meesterschap opleveren, want met persoonlijkheden moet je kunnen omgaan.
“Het was in het begin ook niet gemakkelijk want mijn bescheiden fysiek is niet echt opgewassen tegen dat zware werk”, legt hij uit. Maar door steeds meer verder te gaan in de juiste techniek overwint hij deze hindernis. Zijn oude liefde om piano te spelen onderhoudt Filip nog steeds, ook al is het om de vingers soepel te houden die de tientallen zelfgemaakte hamers omknellen.
De Meester-Vakman
“Er zijn geen honderden manieren om iets goed te doen”, vertelt Filip plots in een stortvloed van meningen. “Het is zoals een trap oplopen. Als je te veel treden overslaat ben je misschien sneller boven, maar je bent dan wel buiten adem. Ik kijk in mijn lessen altijd toe dat de dingen juist gebeuren. Dat herken je aan de sporen van bewerking : putjes en hamerindrukken, speling in diktes, de vloeite in het ijzer. Dat maakt het smeedresultaat ook altijd mooier en vakkundiger. De mensen zien dat wel hoor. Maar het vraagt tijd en een bijna organische vakkennis en dat is tegen de criteria van de commercialisering." Hij heeft er zelf minder prettige ervaring mee want sommige van zijn afnemers van gesmede stukken zoals leuningen en poortonderdelen zijn gezwicht voor goedkoop, gelast materiaal. “Ook een vergissing van mij om al mijn productie bij één klant af te zetten”, geeft hij toe. Sindsdien is het smeedonderwijs bij Syntra West Brugge in opvolging van Jef Decraene een aangename compensatie. De expressiedrang straalt uit alle poriën van deze creatieve duizendpoot.
Veelal worden de opleidingen bevolkt met mensen die smeden eerst als een hobby zien”, relativeert hij de huidige aandacht voor het metier. “Daar is niets mis mee, maar we moeten ervoor uitkijken dat dit de termen niet naar omlaag haalt. Wie een vakman wil worden moet met andere woorden opkijken en leren van goede voorbeelden. Stukken die de essentie van het smeden uitstralen. Dat kan natuurlijk bij de productie van grootmeesters, maar dat kan ook door de stukken uit het verleden goed te bestuderen.”
Ervaring, en de juiste techniek
Filip wordt helemaal niet vrolijk van de tendens om smeedwerk te industrialiseren. “De vrije markt mag toch geen doodsteek worden voor de vakkennis ?”, vraagt hij zich af. Vandaar dat hij de door de tijd gegroeide technieken tot in de details wil doorgeven op de jongere generaties. Van leerling naar meesterschap, zoals het al heel lang gaat. Het kantelmoment was volgens hem minister Rika De Backers’ Jaar van het Dorp in ‘78. De oude ambachten werden weer naar voren geschoven en daar heeft de smederij mee van kunnen genieten.
Filip is ervan overtuigd dat de echte, doorwrochte smederij alleen maar door veelvuldig naar buiten komen erkend kan worden door het grote publiek en dus ook het potentieel van afnemers. Daarom bewaakt hij de originele smeedtechnieken, het gebruik van het juiste materiaal, de juiste slagen tot zelfs het maken van vuur op de juiste manier. “Smeden, smeden en smeden, daar leer je het mee”, lacht hij. “Vanaf 10.000 uur praktijk mag je zeggen dat het in je vingers zit. Of begint te komen.” "Natuurlijk zijn grote kunstenaars een heel sterke inspiratie voor de jonge garde. Alleen houd ik mijn leerlingen voor dat er geen plaats is voor duizenden Bottero’s. Ze kunnen een techniek aanleren waar ze dan zelf mee aan de slag kunnen gaan om te groeien tot een zelfstandige meester met een persoonlijke signatuur."
"Kunstsmid in de zin van de hyperpersoonlijke expressie van de hyperindividueelste emotie is goed, maar vergeet vooral niet dat in deze tijden authenticiteit een belangrijk aspect is. Dat de goede vakman-smid een interessante toekomst voor hem heeft liggen. Sloten, scharnieren, ornamenten, hekkens tot zelfs hele structuren zijn gegeerd. Zeker nu heel wat oude gebouwen gerestaureerd worden.” En worden ze toch gesloopt, dan is Filip er zonder meer het hart van in.
Vijf echte smeedtips
Filip heeft een reeks tips voor de jonge garde klaar : maak vuur op de juiste manier en leer de temperatuur te beheersen. Werk aan de elementaire basistechnieken tot je ze blindelings kunt uitvoeren. Dat bereik je niet anders dan door te oefenen. Verfijn je werk door schetsen en tekeningen vooraf te maken. En bestudeer authentieke modellen. Je kunt daarbij altijd iets bijleren.